Doelgroep en type aanbod
De KET-KIT kan gebruikt worden bij een grote diversiteit aan taaltrajecten: NT2 en NT1, zowel docentgestuurd aanbod als e-learning en combinaties daarvan, bij alfabetiseringtrajecten maar ook bij hoogopgeleiden.
Zichtbaar gedrag
De KET-KIT onderscheidt vijf kwaliteitsgebieden en daarbinnen een aantal kwaliteitsaspecten en gespecificeerde criteria. Deze criteria zijn in het instrument uitgewerkt tot zoveel mogelijk zichtbare (gedrags)indicatoren. Deze indicatoren zijn te gebruiken om uw zelfevaluatie te onderbouwen en zijn punten van aandacht tijdens de visitatie.
Kwaliteitsgebieden en kwaliteitsaspecten
Hieronder vindt u de onderscheiden kwaliteitsgebieden en kwaliteitsaspecten.
Kwaliteitsgebied | Kwaliteitsaspecten |
A. Didactiek | A1 Doelgerichtheid van het taalonderwijs A2 Pedagogische competenties A3 Algemene didactische competenties A4 Vakspecifieke didactische competenties |
B. Cursistbegeleiding | B1 Intake B2 Begeleiding |
C. Faciliteiten | C1 Lesruimtes C2 Koffie/thee, toilet C3 Extra computervoorzieningen |
D. Management | D1 Kwalificatie docenten D2 Organisatie cursussen: groepsindeling |
E. Kwaliteitsborging | E1 Plan: het maken van plannen en stellen van doelen E2 DO: het implementeren en beheersen van de uitvoering E3 Check: het evalueren van de resultaten (waaronder het doen van een klanttevredenheidsonderzoek) E4 Act: het bijstellen (verbeteren en vernieuwen) |
Criteria en (gedrags)indicatoren
Van kwaliteitsgebied A vindt u als voorbeeld de uitwerking van één van de criteria tot op het niveau van de gedragsindicatoren. Dit criterium hoort bij kwaliteitsaspect 'Doelgerichtheid van het taalonderwijs'.
A1a. Lesdoel in relatie tot leertraject
De docent zorgt ervoor dat doel en inhoud van de les gericht zijn op de leerdoelen van de cursisten. De docent laat dit zien door:
A. doel en inhoud van de les kenbaar te maken en aan te geven wat er in de les gaat gebeuren.
B. gebruik te maken van lesmaterialen die aansluiten bij de leefwereld en interesses van de cursisten.
C. een goede balans te bewaken in aandacht voor de verschillende taalvaardigheden (lezen, luisteren, spreken, schrijven) en subvaardigheden (grammatica, woordenschat en uitspraak).
D. cursisten taken voor te leggen die aansluiten bij hun eerder verworven competenties.
E. lesinhoud te kiezen passend bij het niveau Raamwerk NT2 (bij NT2-onderwijs) en/of het Referentiekader Taal (bij educatieaanbod) van de cursist.
Voor alfa’s bovendien:
F. lesinhoud te kiezen passend bij het alfabetiseringsniveau (Raamwerk Alfabetisering NT2) van de cursist.
Verantwoording
De basis van de KET-KIT (kwaliteitsgebieden, kwaliteitsaspecten, criteria en indicatoren), is gebaseerd op de expertise van de vier in KET samenwerkende universitaire instituten, op een aantal specifieke onderzoeken en documenten en op de inspectieervaringen van KET.
Minimaal eens in de twee jaar Kijkt KET met taalscholen en experts naar eventueel benodigde aanpassingen.